ZUID-HOLLAND - Ruim de helft van de Zuid-Hollanders boven de 18 jaar heeft overgewicht, wat betekent dat hun BMI hoger is dan 25. Binnen de provincie zijn in de gemeente Nissewaard de meeste volwassenen te zwaar, namelijk 59,5%. Van de mensen met overgewicht in de provincie heeft bijna één op de drie obesitas: een BMI boven de 30. Opvallend is dat relatief weinig mensen met een te hoog lichaamsgewicht deelnemen aan een Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). Dit blijkt uit onderzoek van vergelijkingssite Independer.nl op basis van data van het RIVM, het CBS en Nivel.
Aantal Zuid-Hollanders met overgewicht gestegen
Het percentage volwassenen met overgewicht is landelijk in tien jaar tijd met 4,4% gestegen. Momenteel heeft meer dan de helft van de Nederlanders (50,3%) een BMI boven de 25.
In Zuid-Holland is de toename 4,3%, deze stijging is dus vergelijkbaar met heel Nederland. Momenteel is 50,5% van de inwoners in de provincie te zwaar. De vijf Zuid-Hollandse gemeenten met het hoogste percentage inwoners met overgewicht zijn:
Nissewaard: 59,5%
Sliedrecht: 59,3%
Ridderkerk: 59,1%
Goeree-Overflakkee: 58,6%
Maassluis: 57,8%
Delft heeft juist het laagste percentage inwoners met overgewicht: 39,1%. Dit is een afname van 2,4% in 10 jaar tijd. Ook in Oegstgeest (39,8%) en Leiden (41,2%) liggen de percentages relatief laag, al is er in beide gemeenten wel een stijging ten opzichte van 10 jaar eerder.
“Bas Knopperts expert zorgverzekeringen bij Independer: “Ben je te zwaar en wil je graag afvallen? Dan kun je op verschillende manieren hulp krijgen. Zo is er in steeds meer gemeenten aanbod van een Gecombineerde Leefstijlinterventie, ook wel GLI genoemd. Sinds 2019 worden deze programma’s onder bepaalde voorwaarden vergoed vanuit de basisverzekering. Ook gaat het niet ten koste van het eigen risico. Dat verlaagt de drempel om deel te nemen”.
Regionale verschillen in deelname aan GLI-programma’s
Landelijk gezien nam in 2022 slechts 1 op de 152 mensen met overgewicht deel aan een GLI-programma. In Zuid-Holland lag dit aantal zelfs nog lager: 1 op de 184 inwoners doet mee. In Hillegom (1 op de 548) was de deelname het laagst, net als in Zoeterwoude (1 op de 465) en Nissewaard (1 op de 395).
In Waddinxveen (1 op de 64) waren de deelnamecijfers juist het hoogst, gevolgd door Delft (1 op de 89) en Midden-Delfland (1 op de 95).