ZUID-HOLLAND - De provincie Zuid-Holland is een belangrijke provincie voor akker- en weidevogels. Omdat het niet goed gaat met deze vogelsoorten is er vanuit het Actieplan Boerenlandvogels €800.000,- beschikbaar gesteld voor terrein beherende organisaties en agrarische collectieven om boerenlandvogelgebieden in te richten.


Actieplan Boerenlandvogels
Nederland is een belangrijk land voor weidelandvogels zoals de grutto, kievit en de scholekster. Uniek aan de provincie Zuid-Holland zijn de veenweidegebieden. Ongeveer 15% van de landelijke gruttopopulatie broedt in onze provincie. Helaas gaat het aantal achteruit. Dit komt onder andere door intensiever gebruik van de grond, stadsuitbreiding en een toename van natuurlijke vijanden zoals de vos.

Om het tij te keren is een forse inspanning nodig. Daarom hebben acht Zuid-Hollandse partijen, waaronder de provincie, het Actieplan Boerenlandvogels 2019-2027 opgesteld. Het doel is geen verdere afname in 2022 en 5% méér gruttoparen in 2027 vergeleken met de periode 2013-2015. Voor akkervogels is ook een doel afgesproken, namelijk geen achteruitgang van de patrijs.

Dit wordt aangepakt vanuit verschillende actielijnen: beter en meer weidevogelbeheer, het verbeteren van de inrichting van gebieden zodat meer kuikens overleven, monitoring, onderzoek en de ondersteuning van vrijwilligers.

Beheer en inrichting weidevogelgebieden
Weidevogels en de grutto in het bijzonder houden van open vochtige weides met kruidenrijk grasland, waar veel insecten op af komen. Ze vinden hier voedsel, dekking tegen roofdieren en een veilige plek om te broeden. Een deel van de boeren beheert het land zo dat het aantrekkelijk wordt voor weidevogels: door bijvoorbeeld minder mest te verspreiden op het land of later te maaien. Dit heet agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb).

Naast aangepast beheer dragen ook aanpassingen aan de inrichting van graslanden en akkers bij aan de overlevingskansen van boerenlandvogels. Bijvoorbeeld door het plaatsen van plas-dras pompen om een deel van het land onder water te zetten, rasters tegen natuurlijke vijanden of tijdelijk extra natuurbeheer in gebieden die net zijn ingericht. Voor akkervogels worden bijvoorbeeld wintervoedselvelden ingezaaid met kruiden en zaden. De provincie verstrekt hiervoor subsidies.

Subsidie Verbeteren Leefgebied Boerenlandvogels
Vanuit de subsidieregeling Verbeteren Leefgebied Boerenlandvogels konden aanvragen worden ingediend voor maatregelen om het leefgebied van boerenlandvogels te verbeteren. De provincie heeft voor €1,2 miljoen aanvragen ontvangen van terrein beherende organisaties en agrarische collectieven. Deze aanvragen zijn beoordeeld aan de hand van verschillende criteria zoals de gereedheid (kan het project meteen van start) en de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de verbetering van het gebied in relatie tot het bedrag. Uiteindelijk zijn er 11 aanvragen goedgekeurd voor een totaalbedrag van €800.000,-.

De aanvragen hebben onder andere betrekking op:

- Plasdras-pompen: er zijn ruim 50 pompen aangevraagd. Hiermee worden weilanden drassig gemaakt in het broedseizoen waardoor er meer voedsel beschikbaar is.

- Aanleg patrijzenakkers en hagen: waar patrijzen en andere akkervogels voedsel kunnen vinden en dekking tegen roofdieren.

- Aanleg braakstroken voor kieviten: kieviten broeden graag op kale grond. Door kale stroken aan te leggen naast grasland is er een goede plek om te broeden en kunnen de kuikens in het grasland voedsel zoeken.

- Ontwikkelingsbeheer: als graslanden uit agrarische beheer komen bevatten ze vaak nog teveel meststoffen, waardoor bloemen en kruiden geen kans krijgen. De eerste jaren na nieuwe inrichting is intensief beheer dan ook nodig. Door veel te maaien en af te voeren wordt de grond verschraald en komt er hierdoor juist meer ruimte voor bloemen en kruiden.De Hollandse VenenEen van aanvragers is het agrarische collectief

De Hollandse Venen.
Dit is een natuurvereniging waar ruim 140 boeren zijn aangesloten. Ondernemers die bewust landbouw integreren met landschap, natuur- en waterbeheer in hun bedrijfsvoering. Ook zijn er vele vrijwilligers actief.

Het werkgebied van De Hollandse Venen ligt rondom de dorpen Ter Aar, Aarlanderveen, Nieuwkoop, Zevenhoven en Noorden. De kievit is hier een veel voorkomende broedvogel, maar ook de grutto, tureluur en scholekster zijn hier te vinden. Om het aantal grutto's in stand te houden en waar mogelijk te vergroten heeft het collectief een aanvraag ingediend voor 10 plasdraspompen om percelen drassig te zetten, nestbeschermers die kunnen worden ingezet om nesten van weidevogels te beschermen bij bijvoorbeeld beweiding en wildcamera’s om een beeld te krijgen van predatie van eieren. De effecten van deze maatregelen worden door het collectief bijgehouden.

Voorzitter Ben Verkleij: “Nog steeds melden nieuwe agrariërs zich aan om percelen in te richten met volvelds plasdras of greppel plasdras. De boeren zien namelijk het effect van de drassige omstandigheden voor de weidevogels en willen dit ook graag voor hun ‘eigen’ weidevogels realiseren. Een beweging die wij graag stimuleren!”

Biodiversiteit
Niet alleen boerenlandvogels profiteren van de uitvoering van de aangevraagde maatregelen. Ook andere icoonsoorten uit het Zuid-Hollandse boerenland zoals de zwarte stern, dotterbloem en de argusvlinder profiteren van de nieuwe inrichting. In veel van de voorstellen worden maatregelen getroffen die zorgen voor een verhoging van het waterpeil. Dit heeft ook een positieve invloed op het tegengaan van bodemdaling.

Uitvoering
De projecten krijgen na toezegging van de subsidie een voorschot van 80% van de gesubsidieerde kosten, waarna ze van start kunnen. Bijvoorbeeld de plasdraspompen, deze kunnen dit voorjaar tijdens het broedseizoen al direct gebruikt worden. De aanvragen voor ontwikkelingsbeheer hebben een looptijd van 3 jaren.

Lees meer over het actieplan boerenlandvogels