Arie Valstar (1900) en zijn vrouw Geertje Margaretha de Bruijn (1900) trouwden in 1924 en zij gingen wonen aan de Middelbroekweg 60 in Honselersdijk, waar zij een tuinbouwbedrijf runden, zij hadden geen kinderen. In 1943 boden zij een onderduikadres aan de Joodse Joseph Jacob Zeldenrust (1931) en hij is daar gebleven tot na de bevrijding. Naast Joseph Zeldenrust boden zij onderdak aan een Joodse jongedame en hebben zij twee geallieerde piloten verborgen gehouden. De heer en mevrouw Valstar-de Bruijn waren hardwerkende mensen, die in tijden van oorlog, met gevaar voor eigen leven een onderdak boden aan onbekenden, mensen hielpen aan voedsel en zich ontfermden over anderen. Na de oorlog heeft de heer Zeldenrust contact met het echtpaar Valstar gehouden.
De heer Zeldenrust heeft 75 jaar na de bevrijding het verzoek gedaan voor erkenning van het echtpaar Valstar-de Bruijn. De onderscheiding is door de Israëlische ambassadeur overhandigd aan achterneven en -nichten van het echtpaar. De heer Zeldenrust, wonende in Israël, was via Zoom aanwezig bij de ceremonie.
Yad Vashem (letterlijk: ‘hand/gedenkteken en naam’) staat in Jeruzalem en is het officiële monument van Israël voor het herdenken van de Joodse slachtoffers van de Holocaust. Deze onderscheiding wordt toegekend aan personen die zich gedurende de Holocaust hebben ingespannen om Joden te redden, vaak met gevaar voor eigen leven. Hun namen worden vastgelegd in het Yad Vashem Holocaust herdenkingscentrum in Jeruzalem. Dit centrum werd in 1953 opgericht ter herdenking en voor documentatie, onderzoek en educatie van de Holocaust.