Nederland kent ongeveer 23.000 boa’s die verspreid over zes domeinen werken en via honderden publieke en private werkgevers. Zo kennen we de gemeentelijke handhavers die handhaven op veelvoorkomende overlast zoals hinderlijk gedrag van hangjongeren, afval op straat en verkeersovertredingen. De groene boa’s, zoals de boswachter die zorgt voor handhaving in de buitengebieden. Of de ov-boa’s: conducteurs in de trams, treinen en bussen. Ook leerplichtambtenaren en sociaal rechercheurs zijn boa’s. Er zijn dus veel verschillende boa’s. Naast een belangrijke rol die is weggelegd voor werkgevers, is de minister van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk voor dit hele stelsel van boa’s.
Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid: “Boa’s zijn de oren en ogen van de wijk. Zij kennen de inwoners, worden vaak als eerste aangesproken of spreken mensen aan. In de buitengebieden zorgen de groene boa’s ervoor dat de natuur beschermd blijft en in het openbaar vervoer dat iedereen veilig kan reizen. In de loop der jaren hebben boa’s er meer taken bij gekregen. Daarom hebben zij ook de bijbehorende instrumenten nodig om hun taak goed en zelfstandig te kunnen uitoefenen. Uiteraard in een goede samenwerking met de politie.”
Toegang tot systemen
Wanneer een boa op straat bij een overtreding een boete wil uitschrijven, moet hij de identiteit van de overtreder kunnen vaststellen. Wanneer een persoon geen identiteitsbewijs bij zich heeft, moet nu de politie erbij komen om de identiteit vast te stellen. Om ervoor te zorgen dat boa’s dit zelfstandig kunnen doen, krijgen zij toegang tot het rijbewijzenregister van de Dienst Wegverkeer (RDW). Zo kunnen gemeentelijke handhavers, publieke groene boa’s en ov-boa’s naar verwachting in de loop van 2023 zelfstandig de identiteit van een persoon vaststellen.
Bewapening
Boa’s moeten hun werk veilig kunnen doen. Dat betekent dat de werkgever moet zorgen voor training en een goede uitrusting, zoals een portofoon of een beschermend vest. Boa’s kunnen wanneer het nodig is voor hun taak worden uitgerust met geweldsmiddelen, bijvoorbeeld met de korte wapenstok. Bij het toekennen van de geweldsmiddelen moet de boa-werkgever nu onder meer aantonen of er sprake was van een toename van het aantal geweldsincidenten tegen de boa. Wanneer het aantal geweldsincidenten gelijk bleef of afnam, kon dit leiden tot de intrekking van het geweldsmiddel, terwijl de noodzaak tot het uitrusten van een boa met een geweldsmiddel aanwezig bleef. Dat is onwenselijk. Daarom wordt dit criterium nu aangepast in de beleidsregels boa. Daarnaast zullen handboeien op termijn worden toegevoegd aan de standaarduitrusting van boa’s die een geweldsbevoegdheid hebben.
De pilot met een korte wapenstok voor gemeentelijke handhavers in 10 gemeenten is geëvalueerd door het WODC. De evaluatie heeft veel nuttige leerpunten opgeleverd, bijvoorbeeld op het vlak van communicatieve vaardigheden en over het belang van training. Een aantal leerpunten wordt verwerkt in de beleidsregels boa. De pilot met de korte wapenstok eindigt 1 juli 2022. Alle gemeenten kunnen, indien zij dat willen, op basis van de aangepaste beleidsregels boa een aanvraag voor toekenning van de korte wapenstok indienen. Uiteraard moet die voldoen aan alle voorwaarden en criteria.
Neutraliteit van het uniform
De boa vertegenwoordigt gedurende het werk de Nederlandse overheid en kan hierbij gebruikmaken van de aan hem of haar toegekende politiebevoegdheden en eventueel geweldsmiddelen. Dat brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee en vereist een neutrale en professionele uitstraling. Daarom is er een landelijke richtlijn lifestyle-neutraliteit boa opgesteld conform de richtlijn zoals de politie die kent. In de richtlijn staat dat een boa in contact met het publiek afstand neemt van “zichtbare uitingen van (levens)overtuiging, religie, politieke overtuiging, geaardheid, beweging, vereniging of andere vorm van lifestyle, die afbreuk doet aan de gezagsuitstraling, neutraliteit en veiligheid van de buitengewoon opsporingsambtenaar”.